Teleurstellende thuisnederlaag, CSV 3 – Barendrecht – IJsselmonde 2

Na een hoopvol gelijkspel tegen WSV, onze eerste wedstrijd, begon ik al omhoog te kijken. Dat doe ik even niet meer na de 2-6 nederlaag tegen Barendrecht IJsselmonde 2. Deze wedstrijd werd gespeeld op vrijdag 18 oktober 2019.

Hieronder geef ik een impressie van onze nederlaag met de beschrijving van 6 partijen. Petra en Marco waren niet in de gelegenheid een verslag te produceren.

Ik begin met de twee winstpartijen van Richard en Arjan, beiden met wit.

Bord 4 Richard van de Velde met wit tegen Niek Bao.

Ik speelde met wit tegen Niek Bao en kreeg een Siciliaan tegen, niet een opening die ik erg goed ken. Op mijn derde zet (Lc4) moest hij erg lang nadenken en ondanks dat was zijn voortzetting niet helemaal correct, leek mij. Op de 7e zet besloot ik een loperoffer op f7 (met schaak) te plaatsen. Ik kreeg er een betere positie en tempo winst mee. Het kostte mij daarna nog behoorlijk wat zetten om dit voordeel uit te buiten, maar vanaf de 25ste zet kantelde de partij mijn kant op en kon ik het geofferde stuk met een pion extra terugwinnen. Zijn koning stond kwetsbaar en mijn stukken bestreken 2 diagonalen en een lijn en dat leverde nog een stuk op. Mijn tegenstander was van het taaie soort en gaf niet op en hoewel ik nog even secuur moest blijven spelen, durfde ik het punt al wel vast te tellen. Na wat afruil hield ik een loper over en daarmee kon ik de pionnen opmars op de damevleugel neutraliseren en op de koningsvleugel mijn pluspion gaan verzilveren. Op het moment dat mijn tegenstander zag dat hij mijn vrijpion niet meer kon achterhalen, gaf hij op.

Toch mooi dat mijn stukoffer uiteindelijk goed uitpakte, geen grote fouten gemaakt en een mooie complexe partij en kon lekker aanvallend spelen, kortom een zoete overwinning. Het zuur kwam daarna toen ik bemerkte dat we als team niet bepaald een gelukkige avond beleefden ….

Bord 6 Arjan Doorgeest met wit tegen Tom Godthelp.

Aan bord 6 mocht ik het opnemen tegen Tom Godthelp en iemand met zo’n achternaam deed mij het ergste vrezen.

Na een tamelijk gelijkwaardige opening ontstond er voor mij een probleem dat mij óf een ongedekt paard zou gaan kosten op h4 óf mijn toren op h1. Paardverlies zou voor mij het einde van de partij inluiden – dhr. Godthelp ontpopte zich als een heerschap dat met grote precisie opereerde – terwijl het torenverlies mij slechts 2 punten zou kosten en een buitengewoon nuttig paard voor het eindspel zou behouden.

Ik besloot mijn toren prijs te geven in de veertiende zet en manoeuvreerde mijn paard naar e4 waar dit brave beest een conglomeraat van 2 torens op e8 en f8, een dame en een nogal verweesde koning zag ontstaan, die zijn dekking steeds meer opgaf omdat zwart met een pionnenoffensief op mijn koningsvleugel was begonnen. Dit paard bleek een essentiële factor te worden in de rest van de partij: wit zocht mogelijkheden om mijn koningsvleugel open te breken en op te rollen en besloot daartoe in ieder geval één toren af te ruilen tegen mijn enige toren. Dat kwam mij niet slecht uit.

Hoe minder slagkracht zwart over zou houden, hoe liever het mij was. Mijn enige paard kwam, na daar weggejaagd te zijn met een pion, met enige moeite weer op e4 terecht en dekte daarmee veld f2 af, maar lonkte ook naar de zwarte koning die zich inmiddels op h7 bevond. Nadat zwart zijn dame op f4 had geplaatst, werd een zeer gewenste dameruil mogelijk, die daarna beantwoord werd met een vork van het paard op f6 op de koning en zwarts overgebleven toren op e8. Daarna had zwart geen materiaal over dat kon zorgen voor reparatie van de ontstane stelling. Nadat ik de gaten in mijn verdedigingslinie netjes had afgedicht met een tweetal pionnen en een eerste pion op c7 had verorberd, besloot dhr. Godthelp er de brui aan te geven met nog 4 ½ minuut op zijn klok en de zekerheid dat er meer van zijn pionnen weg gegraasd zouden worden. 

Al met al een spannende partij die mij wel voor veel hoofdbrekens zorgde: het domme verlies uit de eerste fase van de partij moest hoe dan ook ingelopen worden. Remise leek mij de meest realistische uitkomst te worden, maar de vork op koning en toren bleek tenslotte het cadeautje van de avond te zijn.

Na dit verhaal waarin Arjan weer eens aantoont levensgevaarlijk met paarden te zijn, de verslagen van de verliespartijen.

Bord 1 Pepijn Swets met zwart tegen René Verschoor.

Mijn partij was een erg gesloten partij waarbij mijn tegenstander met wit opende met Pf3. Een opening die ik niet goed ken en waarop ik dus ook wat afwachtend gereageerd heb. Mijn tegenstander heeft met zetten als b3, g3 en e3 en twee fianchetto lopers mijn afwachten overgenomen. Gevolg een partij waarin na twee uur nog geen pion of stuk geslagen is. Het is mij gelukt om met e5 de stelling iets te openen maar ben nooit tot een effectieve breekzet gekomen. Eind middenspel was de stelling van mijn tegenstander iets beter en zat ik met een zwakke geïsoleerde  e-pion. Bij het verdedigen hiervan heb ik na drie en een half uur een blunder gemaakt en een volle toren weggegeven. Voor mij had het geen zin om verder te spelen en heb ik opgegeven.

Bord 3 André Grooteboer met zwart tegen Wim van Schelven.

Ik probeerde een nieuwtje, een stelling die ik nooit speel. Dit pakte verkeerd uit. Misschien was het niet het juiste moment om een nieuwtje te proberen. Ik kwam een pion achter en kon de aanval niet meer afslaan. Ik verloor snel, ook met weinig tijd te hebben gebruikt. Dit had ik misschien beter kunnen doen.

Bord 5 Jan van Dijk tegen Meindert de Neef.

Het werd een lange partij. De partij was niet alleen lang (60 zetten), maar duurde ook lang omdat Meindert enorm veel tijd besteedde. Ik weet nu zeker dat ik tegenstander ben van het 15-seconden increment. Nadat hij onbehoorlijk lang had gedaan over 40 zetten, begon Meindert met nog 5 minuten op de klok en dus verlost van de plicht tot noteren, als een razende te spelen. Omdat het geen moeilijk eindspel betrof, kreeg hij steeds meer tijd ….

Ik heb de partij twee keer nagespeeld. Ik weet nog steeds niet helemaal waardoor ik slechter kwam te staan. Eerst op zet 29 koos ik een mindere voortzetting, of toch een fout?

Ik bespaar u het verloop. We vochten een strijd uit op mijn damevleugel. Hoewel ik het gevoel had de zaak aardig onder controle te hebben, kreeg ik allengs minder speelruimte en raakte langzamerhand elk initiatief kwijt. U kent dat wel: je geeft een pion voor ruimte en tempo, maar weet de pion niet terug te winnen. En het tempo raak je ook nog kwijt ….

Enfin, in het eindspel met koning en drie pionnen legde ik het af tegen zijn koning met loper en drie pionnen.

Bord 7 René van Es met zwart tegen Marcel Wijnen

Ik speelde met zwart tegen Marcel Wijnen en in de eerste zetten kwamen we verzeild in de QGD-Tarrasch opening, maar dan zonder Pc3. En dat was best moeilijk, ik verloor maar liefst een paard en twee pionnen. En helaas was hiermee mijn lot bezegeld.

Hoewel ik vervolgens alles op de aanval gooide, wist mijn tegenstander deze te weerstaan. In het eindspel had wit 5 pionnen en 2 torens en zwart 5 pionnen en 1 toren. En omdat blunders zoals stalemate zelfs door bijvoorbeeld Kasparov en Karpov zijn gemaakt, meende ik er goed aan te doen om toch door te spelen tot het uiteindelijke schaakmat.

Verdiende winst voor Marcel. Voor mij …. De volgende keer beter!

De volgende keer beter, dat geldt voor het hele team. En dat moet mogelijk zijn want ik geloof in de potentie van dit ensemble. Onze volgende wedstrijd wordt de uitpartij tegen het Houten Paard.

Jan van Dijk, teamleider CSV 3